Op de dag van uw opname meldt u zich aan de balie bij de hoofdingang. Daarna gaat u naar de verpleegafdeling. Bijna alle patiënten nemen we de dag van de ingreep op. Patiënten met een hoog risico of bijkomende ziektes die extra aandacht nodig hebben, komen al de dag vóór de ingreep. Zij krijgen de avond voor de ingreep al een inspuiting om trombose te voorkomen. Eventueel start u al met medicijnen.
Op de afdeling verwijderen we eventueel haartjes op de plaats van de ingreep. U moet uw horloge, sieraden, bril en/ of contactlenzen, hoorapparaat en kunstgebit uitdoen. U krijgt een operatiehemd aan en eventueel een rustgevend medicament. Ook krijgt u antitrombosekousen aangemeten.
Op de OK krijgt u een infuus, waardoor u tijdens en na de operatie medicijnen krijgt toegediend. De anesthesist brengt u onder volledige narcose. U krijgt controleapparatuur zoals bloeddrukmeter en ECG aangelegd. Ook worden voor de eerste 24 uur opblaasbare kousen aan de benen aangelegd.
Normaliter is de operatie een kijkoperatie (lapar scopisch).Als zich problemen voordoen of als we geen goed zicht kunnen krijgen, gaan we over tot de klassieke open ingreep. Dit is u vóór de operatie al uitgelegd.
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer op de OK. Bij de laparoscopische ingreep kunt u pijn krijgen ter hoogte van de schouders. Dit komt door het koolzuurgas in de buik. Dit gas verdwijnt binnen enkele dagen en dan verdwijnt ook de pijn. U krijgt geen maagsonde na de ingreep. Als het nodig is, krijgt u via het infuus bijkomende pijnstilling. Bijwerkingen van de algemene narcose zijn onder meer: keelpijn, heesheid, misselijkheid en eventueel braken. Verder slaperigheid, pijn en eventueel urineretentie (volle blaas door een probleem met plassen). Elke dag komt de behandelend arts of de assistent langs om te zien hoe het gaat en om te bepalen wanneer u naar huis mag. Ook krijgt u een bezoek van de bariatrieverpleegkundige en de diëtist.
Bij uw vertrek uit het ziekenhuis dient u te zorgen voor vervoer, u mag niet zelf autorijden. U mag het zieken is verlaten als:
- u na de operatie zonder problemen vocht en vloeibaar voedsel tot u kunt nemen
- er geen postoperatieve problemen optreden (koorts, wondinfectie)
- u voldoende hulp thuis heeft van familie of vrienden
- alle voorschriften en brieven voor de huisarts in orde zijn
- een controleafspraak is geregeld
- de behandelende arts of de assistent toestemming heeft
- gegeven om te vertrekken
LET OP
Bel het ziekenhuis bij de volgende problemen kort na ontslag:
- aanhoudende koorts
- rillingen
- nabloeding
- toenemende pijn of zwelling van de buik
- aanhoudende misselijkheid of braken
- aanhoudende hoest of kortademigheid
- vocht/bloed uit de operatiewond blijft vloeien
Vragen?
Op werkdagen tussen 8.30 uur en 17.00 uur belt u met:
Bariatrisch Centrum Máxima
Telefoonnummer: (040) 888 85 52
Op andere dagen en tijden belt u met:
Spoedeisende Hulp (locatie Veldhoven)
Telefoonnummer: (040) 888 88 11